Zeker de rassen met afhangende oren zoals Cocker Spaniël, Cavalier King Charles, Maltezer, … zijn er gevoelig aan. Ook honden met voeding- of omgevingsallergieën kunnen vaak last hebben van oorontstekingen. Het onderzoek van het oor begint uitwendig. Een geïrriteerde oorschelp is rood en voelt vaak warmer aan. Vervolgens wordt met de otoscoop de gehoorgang geïnspecteerd. Eerst wordt uitgesloten of er een vreemd voorwerp in het oor zit. Honden die veel in weides lopen krijgen vaak te maken met grasaren in hun oren. Zolang deze niet verwijderd worden zal de ontsteking blijven aanhouden ondanks medicatie. Zo mogelijk wordt de gehoorgang tot aan het trommelvlies bekeken. Het trommelvlies hoort intact te zijn en mag niet naar buiten geduwd worden; indien zich bij inspectie van het oor een uitpuilend (bomberend) trommelvlies toont, kan dit wijzen op een binnenoorontsteking. Het is zeer belangrijk om bij een ontsteking van het oor te bepalen welke infectie er aanwezig is. We maken een groot onderscheid tussen bacteriën en gisten. Bacteriën kunnen we op hun beurt weer indelen in coccen (bolvormig) en bacillen (staafvormig) bacteriën. De bekende gist die de oren infecteert is Malassezia Multocida, zij heeft een ‘flesvormige structuur’. Om te bepalen welk van de 3 infecties aanwezig is wordt een staaltje uit het oor genomen met behulp van een swapje. Het staaltje wordt onder de microscoop bekeken.